Mijn gevangenis, mijn edelachtbare
Een essay over structuren, autonomie en losbreken van een gevangen gevoel
Het populaire Zweedse kinderboek, later ook als televisieserie uitgezonden, van Astrid Lindgren is bij veel mensen nog in het geheugen gegrift. Pippi Langkous ademt vrijheid: ze ziet, doet en leeft anders dan haar dorpsgenoten en die authenticiteit en autonomie waarderen we. Dat we het beeld van de Ander als vrij wezen - die zo sterk is dat ze een paard kan optillen en de wedstrijdjes armdrukken wint van alle grote piraten op het schip van haar vader - omarmen zoals we bij Pippi Langkous doen, laat ons zien hoeveel waarde we hechten aan dat gevoel van authenticiteit en autonomie.
Het westerse, liberale idee van vrijheid is in de huidige omstandigheden van de pandemie - waarin de overheid bepaald welke vrijheden worden ingeperkt om het virus uit te roeien - ver te zoeken. In tegenstelling, we voelen ons massaal gevangen door de overheidsmaatregelen en daar helpt de avondklok niet aan mee. Door deze observatie is de volgende onderzoeksvraag opgesteld: ‘Op welke manier speelt het gevoel van gevangen zijn een rol in de beleving en betekenisgeving van persoonlijke vrijheid voor mensen in Nederland?’. Het 'gevoel van gevangen zijn' beschrijf ik naar het sociologische concept 'iron cage' terug te leiden naar Max Weber (2001 [1930]). Hiermee wordt bedoeld dat in westerse, kapitalistische samenlevingen er een toenemende rationalisering is door het individu. Weber zegt hiermee dat je als Zelf gevangen zit in het systeem waarin efficiëntie, rationaliteit en controle centraal staan. Daarnaast wordt het concept ‘persoonlijke vrijheid’ gebruikt in dit essay. Hiervoor hanteer ik de betekenis van het antropologische concept 'agency': ‘the capacity of individuals to act independently and to make their own free choices’ (Barker 2005: 448).
De hoofdvraag is de leidraad van een etnografisch, kwalitatief en interdisciplinair onderzoek. De empirische data is verkregen door observaties en gesprekken in Amsterdam-Oost. Door de pandemie herkennen veel mensen het gevoel van gevangen zijn waardoor we naast onze gesprekken in Amsterdam-Oost ook onze persoonlijke omgevingen hebben geobserveerd en met onze naasten spraken. Dit maakt het onderzoek interpersoonlijk. Ter verdieping hebben wij semi-gestructureerde interviews gevoerd om de rauwe randjes van het gevangen gevoel te ontdekken. Dit gebeurde voornamelijk bij mensen waar wij een persoonlijke band mee hebben. Daarnaast is data verkregen van het internet waar meer dan ooit ervaringen en frustraties worden gedeeld via sociale media en in journalistiek. Deze informatie hebben wij in ongestructureerde gesprekken opgebracht in groep gezelschappen.
Naast empirische data is er literatuuronderzoek gedaan. Er is een discours geschetst ter inbedding van het onderwerp met behulp van filosofische literatuur van onder anderen Rawls over Kant (2005) en De Beauvoir (1947). Om een directe, meer intuïtieve benadering te hanteren is daarnaast gebruik gemaakt van etnografieën uit cultureel antropologisch onderzoek. Dit zorgt voor inclusiever onderzoek. Het brengt ons bij de middelen die mensen hebben op te reageren op het gevangen gevoel. Wij gaan daar dieper op in met literatuur uit het antropologisch en filosofisch veld van De Beauvoir (1947), Carr (1969) en Butler (2015). Tot slot concluderen wij dat het om een vernieuwd perspectief draait willen we ons eigen plekje in de wereld vormgeven. Dit onderbouwen wij met behulp van benaderingen over de postmoderne wereld van Deleuze en Guattari (1980) en Tsing (2017). Wij gebruiken in ons onderzoek klassieke en nieuwe literatuur omdat het onderwerp vraagt om een breed perspectief met filosofische benadering.
Mijn eigen positie als geschoolde, jonge en Nederlandse queer vrouw heeft er mede voor gezorgd dat mijn gevangen gevoelens zich uitten in onder anderen prestatiedruk en twijfels over mijn gender identiteit. Deze aspecten van mijn identiteit zie je terug in hoe ik het begrip ‘gevangen gevoel’ benader. Bravo-Moreno schrijft over de interpretatie van data door je eigen positie het volgende: ‘This term [representation] points to the cultural construction of experience, in particular, the processes by which agents construct images and through these images create meaning’ (2003: 624). In de positie die ik als onderzoeker heb is het onvermijdelijk dat je sturend bent en invloed hebt op de informatie die je krijgt. Om een foutieve analyse te voorkomen belicht ik hierbij dat dit essay een coproductie van inzichten en invloeden is.
Met dit onderzoek heb ik mij gefocust op hoe de mens omgaat met haar behoefte aan vrijheid in een wereld vol ideologieën als onderliggende structuren. Dit houdt in dat ik mij focus op de alledaagse vormen van het creëren van vrijheid. Hier is nog weinig over geschreven in antropologische literatuur. Globale en grootschalige processen zijn vaker in ogenschouw genomen maar, zoals Sherry Ortner stelt: ‘much that is written about this is quite ‘’thin’' in regard of ethnographic richness’ (1990: 174). Laidlaw (2014) haalt in zijn hoofdstuk over vrijheid in de antropologische literatuur Taylor (2002) aan: ‘Undoubtedly our thought could be further enriched by systematic consideration of concepts of freedom in other traditions’. Daarom is deze ontologische vraag relevant om nader te onderzoeken en culturele verschillen en overeenkomsten aan te tonen.
De gevangenis
De avondklok is drie weken geleden ingegaan. Elize antwoord in een WhatsApp bericht op de vraag hoe het met haar gaat: 'Voel me een beetje minder [goed]. Voel me beperkt in mijn vrijheid’. Dat we niet langer kunnen bepalen wanneer we de deur uitlopen (tenzij je die hond koopt die je de weg wijst naar de grote wereld) blijkt niet gewaardeerd door velen. De weerstand vormt zich onder anderen in rellen die zijn ontstaan in Nederland. De relschoppers probeerden een stem te krijgen in het systeem. Kant schreef al in de 18e eeuw dat we het maken van eigen wetten - afkomstig van het Griekse ‘self-legislator’ - ons vrij doet voelen (Rawls 2009). Het geeft ons een gevoel van autonomie en dat is nodig om vrijheid te kunnen ervaren. Volgens onderzoekers diept Kant hiermee een idee van Rousseau uit: ‘liberty is acting in accordance with a law we give to ourselves’ (ibid). Deze drang wordt in de huidige context bekrachtigd door een toenemende individualisering in ons denken over de maatschappij als een meritocratie waarin de verantwoording voor onze sociaal-economische positie van onszelf afhangt. Willen we begrijpen waar ons gevangen gevoel vandaan komt, dan moeten we verder kijken dan de overheid. Het is belangrijk om een breder gedachtegoed in de samenleving te begrijpen want een weekend lang rellen lijkt ons niet van een gevangen gevoel af te helpen.
In de populaire film De Matrix worden deze onderliggende systemen in de samenleving aangekaart. Wanneer het karakter uit de film mag kiezen om de wereld te leren begrijpen of verder te leven in de wereld zoals hij die kent, wordt er verwezen naar onderliggende ideologieën: ‘You are a slave, Neo. Like everyone else you were born into bondage. Into a prison that you cannot taste or see or touch’. Deze ‘bondage’ als ideologieën beschrijft de Sloveense filosoof Žižek als een set van ideeën die ons dagelijks bewust en onbewust beïnvloeden. ‘The function of ideology is not to offer us a point of escape from our reality but to offer us the social reality itself as an escape’ (Žižek 1989: 45). Ons zijn ontstaat dus door ideeën over hoe de wereld eruit moet zien. Op die manier ontstaan er individuele manifestaties van de 'iron cage'.
Een ideologie is het westers, liberale denken over persoonlijke vrijheid. Simone de Beauvoir schrijft over persoonlijke vrijheid in haar boek 'The Ethics of Ambiguity' en haalt een uitspraak van Descartes aan: ‘Man’s unhappiness is due to having first been a child’. Hier borduurt De Beauvoir op voort ‘In his [child’s] eyes, human inventions, words, customs, and values are given facts, as inevitable as the sky and the trees’ (1947: 37). Hiermee maakt De Beauvoir het punt dat we onze realiteit vaak aannemen als een feit, niet als een construct. Een voorbeeld daarvan volgens De Beauvoir is de leefstijl van veel vrouwen in de westerse samenleving die nog steeds leven naar de wetten van de man. Toch is er een verschil stelt ze, namelijk dat het kind de situatie opgelegd krijgt en de vrouw ervoor kiest of ze instemt. Niet de structuur vormt de gevangenis pleit De Beauvoir, ‘ignorance and error are facts as inescapable as prison walls’ (ibid.: 41). De vraag is daarom: vormen de ideologieën onze gevangenis of is het ons perspectief die de gevangenisdeur gesloten houdt?
De gevangene
In een etnografie van migranten werkers in Hong Kong geeft Nicole Constable een beeld van een dominante structuur waarin vrouwen zich gevangen voelen in barre omstandigheden (2007). De vrouwen komen vaak niet uit hun situatie omdat hun paspoort is afgepakt en het loon hun niet toelaat een ticket terug te boeken naar hun land van herkomst. Op zondagmiddagen hebben de migranten vrij van werk en komen samen op het plein Statue Square. Daar voeren ze geïmproviseerde toneelstukjes op voor elkaar waarin ze de draak steken met hun baas. Hierdoor brengen ze de machtsstructuur, een 'hidden transcript', in beeld. Het concept 'hidden transcript' is volgens Scott naar het idee dat een overheersende ideologieën onder de radar blijven vanwege een afhankelijkheidspositie (1990). Constable schrijft over hoe de vrouwen omgaan met deze situatie: ‘They have ways of circumventing the rules and they practice subtle forms of ‘’sabotage’’’ (Constable 2007: 203). Hoewel hun zogenoemde 'sabotage' geen directe verandering brengt in hun omstandigheden, brengen ze wel verandering teweeg in de beleving van hun situatie. Door het nieuwe narratief wat de migranten publiekelijk maken, veranderen zij hun eigen en elkaars perceptie op de situatie waardoor zij zichzelf macht toedichten.
Dat het verbaal uiten van een ervaring een effect heeft op de bestaande realiteit blijkt uit het concept 'performativity' van taalfilosoof Austin. Het concept duidt dat taal zowel dient als capaciteit om te handelen als het consumeren van een handeling (Austin 1962 [1955]: 16). ‘Performativity is not a singular act, but a repetition and ritual, which achieves its effects through its naturalization in the context of a body, understood, in part, as a culturally sustained temporal duration’ (Butler 1990: 15). Beide filosofen stellen dat door het gebruik van taal sociaal-culturele constructen ontstaan. Door zogeheten speech acts wordt de wereld gedefinieerd en onderhouden. Dit hoeft daarentegen niet altijd een bewuste intentie te zijn om de wereld te veranderen nuanceert Butler (ibid.: 207). Soms wordt jouw wereldbeeld gevormd doordat je, je uit (ibid.: 207).
Wanneer we het over een gevangen gevoel hebben wordt het onderwerp vaak gedepersonaliseerd en gedehumaniseerd: de mens lijkt machteloos. Het concept 'speech acts' verklaard hoe de uitingen van de migranten in Hong Kong wel invloed hebben op de bestaande realiteit en laat een persoonlijke ervaring van het gevoel gezien. Door gebruik te maken van 'speech acts' naturaliseren - dusdanig vaak benoemen waardoor het een vanzelfsprekendheid is en daarmee een natuur vormt waarbij niet meer over nagedacht hoeft te worden - zij hun perspectief op de situatie (Constable 2007: 232). De perceptie van de migranten wordt gevormd, gecreëerd en geuit. Hierdoor wordt een nieuwe realiteit gecreëerd. Een realiteit waarin de migranten hun stem laten horen. Het script is hierdoor niet meer 'hidden' doordat de vrouwen een realiteit vormen waarin ze autonomie tonen. Ze doen wat ze anders niet kunnen: de macht van de baas ondermijnen.
Naast je stem vormt ook je lichaam een belangrijk middel om jouw wereld te kleuren. Wederom valt dat te verklaren met een concept van Judith Butler (je kan er niet omheen dat ze een grote denker is die sterke concepten heeft vormgegeven) in haar boek 'Notes Toward Notes Toward a Performative Theory of Assembly'. Het is een verlengde van haar onderzoek naar 'performativity' en de ideeën van Hannah Arendt over 'action'. Het samenkomen van lichamen, zo stelt ze, hebben een expressieve dimensie die verder reiken dan taal (2015). Een voorbeeld hiervan zijn demonstraties, een actief verzet tegen een hegemonisch wereldbeeld:
‘In those instances in which demonstrators were, after all, sleeping and eating in the public square, constructing toilets and various systems for sharing the space, they were not only refusing to disappear, refusing to go or stay home, and not only claiming the public domain for themselves—acting in concert on conditions of equality—but also maintaining themselves as persisting bodies with needs, desires, and requirements’ (Butler 2018: 97).
Je kunt jouw unieke wereldbeeld dus delen door gebruik van taal en je lichaam.
Je eigen, afwijkende mening uiten wordt vaak als een heldhaftige daad gezien. Antropologe Babcock-Abrahams noemt mensen die loskomen van de norm 'tricksters'. ‘[Tricksters are] those who depart from the norm [they] can be viewed as ‘’heroes’’' For at the center of his antinomian existence is the power derived from his ability to live interstitially, to confuse and to escape the structures of society and the order of cultural things’ (Babcock-Abrahams, 1975: 147). Door je niet te laten leiden door de norm, ontspring je dus de structuur van de samenleving.
Niet enkel kleur je jouw leefwereld door je hoorbaar te maken. Soms wordt dit ook gedaan door een opgelegde structuur enkel niet te volgen. Butler zegt hierover het volgende: ‘Yet in my view, the concerted action that characterizes resistance is sometimes found in the verbal speech act or the heroic fight, but it is also found in those bodily gestures of refusal, silence, movement, and refusal to move that characterize those movements (…)’ (2018: 218). Mensen hebben dus verschillende middelen om aan zelfexpressie te doen en creëren hierdoor (on)bewust een nieuwe realiteit.
Hechtenis
Vaak zijn we ons er niet van bewust dat ons een idee over de wereld is opgelegd. Ons bewustzijn ontstaat doordat we het oneens zijn met het hegemonisch wereldbeeld. Dit blijkt uit het boek 'Scripting Addiction' van E. Summerson Carr. Zij doet onderzoek naar therapiesessies in een afkickkliniek in Amerika. Een pijler in de kliniek is als volgt: ‘wanneer je liegt, is dit een teken dat het niet goed gaat met je verslaving’ (Carr 1969: 214). Dit dominante idee wordt voor waarheid gezien en vormt de therapiesessies. Summerson Carr geeft een voorbeeld van een dakloze vrouw die deze ideologie eigen maakt door middel van 'flipping the script'. Dit houdt in dat de vrouw de verwachting doorziet en reageert met een bewustzijn van de antwoorden die verwacht worden van haar. De vrouw zorgt er op die manier voor dat haar therapeuten haar niet veroordelen voor haar gebruik en zet haar 'agency' in.
Het onderzoek is een voorbeeld van de samenkomst van ideologieën en scripts. Om haar eigen realiteit te leven maakt de vrouw uit het voorbeeld gebruikt van taal en werkt ze mét de omgeving. Terwijl de ideologie als een gevangenis dient, als een vast gegeven waarbinnen je moet handelen, ontwikkelt de vrouw haar eigen narratief. De gevangenis is daardoor niet meer belemmerend maar een uitgangspunt voor de vrouw om te doen wat zij wilt. Dit doet ze door zich uit te spreken en haar observaties eigen te maken. Het bestaande 'hidden transcript' wordt hiermee niet alleen een 'public transcript' maar ook een persoonlijk 'hidden transcript'. Op die manier wordt de lijn tussen gevangenis en vrijheid diffuus.
Soms zijn er elementen die ons ervan weerhouden het script te ‘flippen’. Debra beschrijft (56) dat de keuzes die ze zou willen maken haar zoon beïnvloeden. Ze wil pas verandering brengen wanneer hij in goede handen is. Hieruit blijkt dat er veel sprake is van relationele besluitvorming: we leven naar de rol die we hebben en dit bepaalt in hoeverre we ons pad bewandelen. De Beauvoir schrijft hierover: ‘Language, customs, ethics, and values have their source in these uncertain creatures’ (1947: 42). Pas wanneer het kind ouder wordt ontdekt het de serieuze, volwassen wereld en dat kan een verlossing zijn stelt ze: ‘[…] it is not without great confusion that the adolescent finds himself ast to be made; he is abandoned, unjustified, the prey of a freedom that is no longer chained up by anything’ (ibid.: 42). Dat is precies het moment waarop bewustzijn belangrijker wordt. Want het gaat er niet om of je leeft naar iemands ideologie, maar dat je werkt mét die ideologie.
Dat een bewustzijn van je eigen positie in de wereld een gevangen gevoel kan voorkomen blijkt uit Abu-Lughod haar onderzoek naar het schrijven en voordragen van poëzie door vrouwen in een Bedoeïenen cultuur. De vrouwen uiten zich weinig vanuit het heersende idee dat ze eervol moeten zijn tegenover de man. Ze zien zichzelf niet als onderdrukt, maar zijn er wel op gebrand ruimte te creëren om hun gevoel te uiten naar andere vrouwen. Dit doen zij door poëzie te schrijven en voor te dragen. De sociale hiërarchie blijft hierdoor intact maar hun ervaring van de situatie passen zij aan door poëzie te schrijven. ‘[...] poetry could be said to stand for the freedom to experience that which is outside the official system’ zo schrijft Abu-Lughod (1986: 256). De vrijheid die de vrouwen zich veroorloven in de onderwerpen die ze gebruiken in hun poëzie laat zien hoe er verbaal ruimte wordt opgeëist voor hun ervaring van vrijheid.
In veel sociale theorieën, schrijft Abu-Lughod, wordt ideologie een totaliserende rol aangeschreven in het vormgeven van ervaring. Bourdieu schrijft daar het volgende over: ‘Official language, particularly the system of concepts by means of which the members of given group provide themselves with a representation of their social relations (e.g., the lineage model or the vocabulary of honour), sanctions and imposes what it states, tacitly laying down the dividing line between the thinkable and the unthinkable’ (1977: 21). Kortom, hoewel we ervaring en de uiting van ervaring nooit exact kunnen beschrijven, kunnen we wel aannemen dat er een eenheid is tussen het culturele discours en de persoonlijke ervaringen. Dat is tevens gebleken uit de empirische en literaire voorbeelden in dit essay.
Uit dit essay blijkt daarentegen dat er niet een grens ligt tussen het denkbare en ondenkbare. Door ideologieën onder de loep te nemen blijkt dat onze handelingen worden beïnvloedt door een verzameling aan ideeën over de wereld. Hieruit worden juist nieuwe scripts ontwikkelt blijkt uit de onderzoeken van zowel Abu-Lughod, Constable en Summerson Carr waarin de vrouwen creatieve middelen zoals sketches en poëzie hebben om tot zelfexpressie te komen. Kortom, een mens valt niet te reduceren tot een product van een cultureel discours; wij zijn ons eigen product.
Ex-gedetineerde
Wanneer we willen loskomen van het gevoel dat we gevangen zijn, moeten we ons bewust zijn van de wereld. Dit kan door een nieuwe bril op te zetten en daarmee je perspectief aan te passen. De spiritueel leider Jiddu Krishnamurti schrijft in zijn boek dag tot dag op 10 maart hier het volgende over: ‘De vraag is niet hoe we ons kunnen bevrijden van de afhankelijkheid, dat is geen feit, dat is alleen een reactie op een feit... Waarom zien we het feit niet onder ogen om te kijken wat er dan gebeurt?’. We moeten tot bewustzijn komen om ons bevrijdt te voelen pleit Krishnamurti. Ook op filosofisch vlak wordt er gevraagd om een hernieuwd perspectief. Anna Tsing stelt in de introductie van haar boek The Mushroom at the End of the World: ‘build an open-ended assemblage, not a logical machine; they gesture to the so-much-more out there’ (2017: viii). Ook filosofen Deleuze en Guattari hebben een dynamisch perspectief waarmee ze in hun boek 'A Thousand Plateaus' (1980) stellen dat men dingen niet als eenzijdig moet verklaren maar als een vermenigvuldiging kan zien omdat de ene verbinding een nieuwe verbinding creëert en op die manier een ‘multi-dimensional assemblage’ creëert zoals een wesp die paart met een orchidee. Deze filosofen pleiten ervoor dat we onze ervaringen niet als causaal verband zijn, maar als een ondergrondse stengel van een boom waaruit we kunnen groeien. Het draait erom dat we ons bewust zijn van de wereld willen wij de wereld laten leven.
Dat we bezig zijn met een verandering in perspectief om bewuster te worden van onszelf blijkt uit de constante groei in aanbod van zelfhulpboeken, podcasts over ‘self-care’ en lezingen over mentale gezondheid. Een voorbeeld hiervan is de TED talk van Sean Stephenson. 'your spirit will die as you just walk around the world as a carcass that is just following the masses' pleit hij op een podium voor groot publiek. De mensen beginnen te klappen en lijken zich te vermaken. Het geeft weer dat we een behoefte hebben om geen mens in de massa te zijn, geen grijze muis, dat we onze kleurenpalet willen tonen, onze 'spirit'. We willen ons uitspreken. Dus laten we dat vandaag de dag nog doen, zou de zelfhulp guru zeggen. ’Het in actie komen van vermogens die niet meegeteld werden, maar die de eenheid van het gegeven en de vanzelfsprekendheid van het zichtbare openbreken om een nieuwe topografie van het mogelijke uit te tekenen' dat is pure kracht stelt Rancière (2008: 53).
Conclusie
Laten we ervoor zorgen dat we allemaal een beetje meer als Pippi kunnen leven is de boodschap van dit essay. Wanneer we ons willen ontdoen van een gevangen gevoelen moeten we verder denken dan de dagelijkse realiteit. Allereerst stel ik dat de gevangenis niet de samenleving en haar maatregelen is, maar de ideologieën die de samenleving creëert. Ik nuanceer dit met het idee van De Beauvoir waarmee ik aangeef dat het ons perspectief is die onze omgeving verandert in een gevangenis. Vervolgens geef ik culturele voorbeelden van hoe de mens zo’n ideologie in de vorm van een hidden transcript eigen maakt door zichzelf te uiten. Dit kan door bewustzijn en zelfexpressie zoals de vrouwen die sketches op het plein doen en de poëzie voordrachten van de Bedoeïenen vrouwen. Uit dit onderzoek blijkt dat wanneer we ons bewust zijn van ons gevangen gevoel, we manieren creëren door middels zelfexpressie die ons perspectief veranderen en ons ontdoen van dit gevangen gevoel.
Dit onderzoek is relevant door de huidige situatie van de pandemie. Veel mensen ervaren een gevangen gevoel en denken dat de verantwoording hiervoor ligt bij de overheid. De samenleving wordt gehard, er zijn rellen, maar een vrij gevoel levert het ons niet op. Daarom is dit het moment om een groter argument te formuleren betreffende gevangen gevoelens.
Voor verder onderzoek is het belangrijk dieper in te gaan om de mogelijkheden die we hebben om tot bewustzijn te komen. Het is niet mogelijk alle constructen in de wereld uit te pluizen. Wel is het mogelijk de huidige tijdgeest in kaart te brengen, door sommigen ook wel de ‘epidemie van perfectionisme’ genoemd. Als we ons door middel van creatieve expressies los willen weken van alles wat we zijn en denken te moeten, is het goed om te focussen op bewustzijn. Door verder onderzoek kunnen we ontdekken hoe we tot dit bewustzijn kunnen komen juist in de drukte van vandaag de dag.
Literatuurlijst
2016 Abu-Lughod, L.
Veiled Sentiments: Honor and Poetry in a Bedouin Society. California: University of California Press.
1962 (1955) Austin, J.L.
How to Do Things with Words: The William James Lectures delivered at Harvard University. Oxford: Clarendon Press.
2005 Barker, C.
Cultural Studies: Theory and Practice. London: Sage.
2003 Bravo-Moreno, A.
Power Games between the Researcher and the Participant in the Social Inquiry. In: The Qualitative Report, 8(4): 624-63.
1990 Butler, J.
Gender trouble: Feminism and the subversion of identity. New York: Routledge.
2015 Butler, J.
Notes Toward a Performative Theory of Assembly. Cambridge: Harvard University Press.
1977 Bourdieu, P.
Outline of a Theory of Practice. Cambridge: Cambridge University Press.
1969 Carr, E.S.
Scripting Addiction: the politics of therapeutic talk and American sobriety. Princeton: Princeton University Press.
2007 Constable, N.
Maid to Order in Hong Kong. Stories of Migrant Workers. New York: Cornell University Press.
2004 Deleuze, G., Guattari, F. A.
Thousand Plateaus: Capitalism and schizophrenia. London: Continuum.
2014 Laidlaw, J.
The ‘question of freedom’ in anthropology. In: The Subject of Virtue: An Anthropology of Ethics and Freedom. Cambridge: Cambridge University Press.
2009 Rawls, J.
A Theory of Justice. Harvard: Harvard University Press.
1990 Scott, J.C.
Domination and the Arts of Resistance: Hidden Transcripts. New Haven: Yale University Press.
1995 Ortner, S.
Resistance and the Problem of Ethnographic Refusal. In: Comparative Studies in Society and History 37 (1): 173–193.
2001 [1930] Weber, M. T
he Protestant Ethic and the Spirit of Capitalism. New York, NY: Routledge.
1989 Žižek, S.
The Sublime Object of Ideology. New York: Verso.
Dit essay is onderdeel van een artistic research. Het onderzoek gaat over jou, mij en de mensheid. Daarom is dit naast een wetenschappelijk essay ook een integraal onderdeel van de interactieve tentoonstelling LEVENSLANG die ik samen met Jikke Lesterhuis ontwerp. Hierbij verleggen we de focus van de grote wereld naar jouw persoonlijke ervaring zodat we naar een kleurrijke wereld werken waar we dicht bij ons zelf kunnen blijven. De tentoonstelling zal plaatsvinden in de voormalig gevangenis de Bijlmerbajes in Amsterdam.